Close Menu
Spoed? Bel 06 55 37 00 00 Op spoednummer geen APP/SMS (doorgeschakeld)
Geen spoed? Bel dan tijdens spreekuur
Ma t/m vr van 8.00 - 9.00 uur: 0252-534340

EIA paard

Nederland niet langer helemaal vrij

Nederland was officieel vrij van EIA, ook wel moeraskoorts, een zeer vervelend paarden/ezelvirus (niet op mensen of andere dieren overdraagbaar). Echter het is op 4 juli 2017 aangetroffen in Utrecht, bij een polopaard, tijdens een preventieve test.

De stal waar het paard stond, is gedurende drie maanden gesloten, omdat het 90 dagen kan duren voordat een mogelijk ander geïnfecteerd dier antistoffen produceert en dan herkenbaar wordt via ziektesignalen of een test.

Het feit dat Nederland hiervoor eerder officieel vrij was, wil niet zeggen dat er daarvoor geen dragers waren. Het werd eerder echter nooit officieel aangetroffen, ook niet in bloedonderzoeken, die periodiek in slachthuizen werden gedaan.

Bloed of sperma en monden van insecten

EIA is een virus dat alleen overgedragen kan worden via bloed-bloed of sperma contact, bijvoorbeeld vieze naalden maar ook via muggen of dazen. Het virus vermeerdert zichzelf gelukkig niet in een insect, maar kan alleen via de mond van insecten worden overgebracht. Gezien het gedrag van de insecten en omdat het virus vrij snel uitdroogt op de monddelen, is een afstand van meer dan 200 meter van enig ander paard(achtige) voldoende om deze manier van overdracht te voorkomen. Dit maakt na ontdekking een kans op snelle verdere uitbreiding, in vergelijking tot andere vervelende besmettelijke ziekten, dus kleiner.

Onderzoek en isolatie

Alle paarden die op een locatie zijn geweest waar een paard stond met moeraskoorts, moeten worden geisoleerd en getest, om te voorkomen dat deze ziekte zich verder kan verspreiden. Het aantonen van EIAV-specifieke antistoffen met serologisch onderzoek is een redelijk betrouwbare methode om de diagnose EIA vast te stellen, mits men voldoende de tijd neemt. Doordat het virus persisteert, wordt de aanmaak van antistoffen voortdurend gestimuleerd. Alleen bij zeer recente infecties (10 tot 14 dagen), als er nog geen of onvoldoende antistoffen zijn gevormd, of in uitzonderlijke gevallen bij zeer hoge virustiters, kan het serologisch onderzoek een vals-negatieve uitslag geven.

Serieuze ziekte

De reden dat het een zeer serieuze ziekte is, is dat er geen goed vaccin of adequate behandeling bestaat voor de soms uiteindelijk toch dodelijke ziekte. Ieder paard dat het overleeft, blijft levenslang drager. Alleen in sommige gevallen zal het ernstige ziekteverschijnselen en zelfs sterfte veroorzaken. Paarden die aantoonbaar besmet zijn, moeten natuurlijk voor euthanasie aangeboden worden, vanwege de enorm grote gevolgen bij uitbreiding.

Er zijn vier verschillende ziektevormen te onderscheiden: een acuut, subacuut, chronisch en symptoomloos verloop. Bij een acuut of subacuut verloop vertoont het paard verschijnselen van koorts, sloomheid, gebrek aan eetlust, bloedarmoede, bloedinkjes in de slijmvliezen, soms leidend tot de dood. In de meeste gevallen herstelt het paard ogenschijnlijk weer. Bij een chronisch verloop zal een paard met regelmaat (intervallen van weken tot soms jaren) terugkerende sloomheid en koorts en bloedarmoede hebben, vermageren en oedeem (onderhuidse vochtophopingen) aan de benen en onder de buik ontwikkelen. Het oedeem kan grote vormen aan nemen. Daarnaast komt een subklinisch verloop voor, waarbij de dieren geen symptomen vertonen.

Dragers

Het feit dat er dragers kunnen zijn, die zelf helemaal geen ziekteverschijnselen vertonen, is natuurlijk een groot aandachtspunt. Het virus is gelukkig ook in die gevallen aan te tonen met een bloedtest. Daarom worden na de diagnose EIA bij een ziek paard alle paarden die de afgelopen tijd in de buurt van dat zieke paard zijn geweest, enkele keren getest op aanwezigheid van het virus in hun bloed en in quarantaine gehouden. Bij vaststelling of vermoeden is het collectief belang dermate groot, dat het belangrijk is maatregelen te treffen. De kans op verder besmettingsgevaar is niet zo groot, maar zeker in het zomerseizoen is hij er helaas wel, als er nog andere paarden in de nabije omgeving staan. 

Dit maakt ook duidelijk waarom er jarenlang steekproeven gedaan zijn op bloed van paarden uit slachthuizen. Het werd de afgelopen jaren in Nederland niet aangetroffen, wat natuurlijk nooit 100% garantie geeft dat het er nooit kan zijn, maar toch een sterke indicatie is dat het in Nederland echt niet heel veel aanwezig is. 

Insecten

Het geheel weren van insecten is altijd goed, maar in praktijk geeft dat natuurlijk nooit een waterdichte strategie. Het punt is dat er voor niemand een waterdichte strategie is en we het aantal dragers natuurlijk met zijn allen moeten beperken. Daarom is EIA een meldingsplichtige ziekte, dit houdt in dat men al bij de verdenking van EIA een melding moeten maken bij de NVWA en verdere maatregelen in overleg genomen worden.

Er is geen preventieve behandeling. In China is een vaccin tegen EIA ontwikkeld, maar dat is buiten China niet toegelaten, omdat het erg heftig kan zijn voor een paard. Het middel zou dan erger als de kwaal zijn. In Amerika wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw vaccin.

De oorsprong

De ziekte heeft zijn oorsprong in de moerasgebieden van Midden en Zuid-Amerika, Canada, Zuid Afrika en Australië. Moeraskoorts (muggen) duikt in Europa met enige regelmaat op. Op dit moment is het aantal paarden dat er last van krijgt gelukkig heel beperkt, de gevolgen voor het management op de stal zijn daarentegen natuurlijk heel fors. De afgelopen jaren zijn er uitbraken geweest in Ierland, Italië, Belgie en Duitsland. In Roemenië is de ziekte endemisch. Er gelden sinds de zomer van 2010 Europese maatregelen die het verslepen van EIA moeten voorkomen.