Close Menu
Spoed? Bel 06 55 37 00 00 Op spoednummer geen APP/SMS (doorgeschakeld)
Geen spoed? Bel dan tijdens spreekuur
Ma t/m vr van 8.00 - 9.00 uur: 0252-534340

Toplijnproblemen

ZELFSTANDIGE RUG/HALS/SI PROBLEMEN

Paarden kunnen uiteraard ook zwaardere en zelfs chronische problemen in de toplijn hebben. Onder toplijnproblemen verstaan we problemen zoals rugpijn, halsproblemen of SI problemen of problemen in het kaak gewricht.

Als de eigenaar deze opmerkt, wordt vaak eerst manuele therapie geprobeerd of de zadelpasser gebeld en komt men vervolgens bij een paardenarts.

Een indeling van een paard op basis van toplijn, benedenlijn, zijn natuurlijk ook slechts een indeling op hoofdlijnen. In werkelijkheid beweegt alles samen, dus er kan veel interactie zijn tussen problemen.

 

RUG/HALS/SI PROBLEMEN HERKENNEN

  • De wervelkolom kan veel bewegingen maken, dus de symptomen van toplijnproblemen kunnen erg verschillend zijn.
  • Er zijn directe indicaties zoals stijfheid of zwelling van de hals- en rugspieren.
  • Veel schudden en slaan met het hoofd kan een signaal zijn. Maar ook gevoeligheid bij het borstelen.
  • Natuurlijk zijn staken, verzet of neurologische klachten signalen dat er problemen kunnen zijn.
  • Een paard met hals- of rugproblemen ontwikkeld geen stabiele aanleuning maar kan heel sterk op de hand worden of nooit aanleuning durven nemen. 
  • Een paard met SI problemen wordt gevoelig in dit gebied bij specifieke palpatie. Sommige paarden gaan uitblinken in bokbehendigheid.
  • Ziepen met de staart, problemen bij opstijgen, moeite met de galop kunnen indicatoren zijn, maar ook andere redenen hebben.

 

MET TOPLIJNPROBLEMEN BIJ DE KREUPELHEIDSARTS?

Dat klinkt heel vreemd. Maar wat veel mensen onderschatten is dat toplijnonderzoek en behandeling altijd onderdeel is van de opleidingen voor orthopedie.

Wij hebben alle modules van Iselp, orthopedisch onderzoek, gedaan. Iselp is een zeer intensieve vervolgopleiding voor het medisch onderzoeken en behandelen van alle been als toplijnproblemen. Het is niet de opleiding zelf maar het feit dat het gebied breed is en een arts vervolgens ook echt nog met veel behandelingen in praktijk moet gaan leren werken, dat dit soort extra trajecten voor een arts veel tijd vergen.

Voor alle probleemgebieden hebben we dus heel veel medische kennis in huis voor beeldvorming met rontgen en echografie op hals, rug en SI. Die kennis gebruiken we uiteraard ook bij bepaalde verdere behandelingen, waaronder locale injectiebehandelingen onder echobegeleiding.

Naast Iselp gaan we graag naar nascholing over rug- en halsklachten, omdat orthopedie nu eenmaal ons interessegebied is.

 

VEEL VOORKOMENDE PROBLEMEN

 In praktijk zien we in de hals veel atrose, slijmbeursontstekingen, en aanhechtingsproblemen van de nekband. In de rug zien we kissing spines, maar ook problemen lager of in de rugband en natuurlijk nog veel meer soorten afwijkingen. Het gaat te ver om hier op onze website alle mogelijke hals en rug en SI problemen te bespreken.

 

NIET IN CONCLUSIES WILLEN SPRINGEN

We zien natuurlijk erg nare hals en rugfoto's. Als iets al totaal vergroeit is, dan zit je in het zwarte gebied en is het heel moeilijk maar wel belangrijk je daar naar te voegen.

Er is zeker ook een grijs gebied. Met veel mildere afwijkingen. Het is erg belangrijk dan niet in conclusies te willen springen. Als een paard dat al jaren licht kissing spines heeft op de foto, opeens last krijgt van zijn rug, bestaat snel de neiging "toch" de kissing spines dan maar aan te wijzen. Maar ook bij dit soort paarden geldt nog altijd, dat ze door een zeer subtiel nieuw achterbeenprobleem opeens last "de toplijn" kunnen krijgen. Het is dan echter belangrijk dat behandeling en revalidatie gericht gaat worden op de hoofdoorzaak.

Wat bij toplijnonderzoek met mildere klachten dus zeker wel nodig kan zijn, is scherpte in het kunnen opsporen van eventuele milde kreupelheden. Daarom worden deze gebieden in educatie ook zeker niet volledig los van elkaar gezet.

Zo goed mogelijk onderscheid in oorzaak gevolg gaat bepalen hoe revalidatie ingericht moet worden.

 

INTERACTIE IN ORTHOPEDIE

In het algemeen zien we dat de interactie tussen top- en benedenlijn vaak wordt onderschat. Zo worden paarden aangeboden voor kreupelheidsonderzoek die alleen toplijnproblemen hebben en vice versa.

Problemen in de toplijn kunnen daarentegen ook weer bewegingsproblemen geven, die zelfs kunnen gaan lijken op kreupelheden, omdat bijvoorbeeld de buiging aangepast wordt.

Uiteindelijk kunnen toplijnproblemen ook echte overbelastingsproblemen in benen veroorzaken, maar doorgaans duurt die reactie wel veel langer. Andersom kan de reactie wel heel snel gaan. Zo zien we bij sterkere hoefproblemen dat er al binnen enkele uren sterke toename van spanning in rugspieren te kan voelen zijn. Deze spanning is dan secundair maar kan zo sterk zijn dat hij zonder verder onderzoek opgemerkt zou kunnen worden als primair. De bovenlijn word dan voortdurend anders gebruikt om een landing of zelfs staan subtiel bij te sturen en dit kan veel spanning gaan geven.

 

INRICHTING ONDERZOEK

Als eerste en tweedelijns kliniek hebben we er voor gezorgd dat we juist die ingredienten voor dat goede vooronderzoek, volledig in huis hebben.

In het algemeen is ons beleid dus ook, nooit onder suboptimale omstandigheden te willen werken, als dat niet nodig is.

Toplijnonderzoeken onderzoeken doen wij niet met mobiele rontgenapparatuur. Reden is dat zelfs de allerbeste mobiele apparatuur veel details in de toplijn niet maximaal in beeld kunnen brengen. Denk bijvoorbeeld aan C7, die zit tussen schouders, maar willen we ook scherp krijgen.

We doen erg veel met echo, maar rontgen blijft bij toplijn onderzoek belangrijk.

 

DERDE LIJN BEELDVORMING

Het kan incidenteel zo zijn dat we de pijngebieden heel helder in kaart hebben maar echo of rontgen bijvoorbeeld, toch nog te weinig verklarend beeld geeft. Dan krijgt u de keuze nog verder te gaan, naar bijvoorbeeld CT onderzoek. Doorgaan naar de derde lijn is doorgaans relatief zeer kostbaar, maar juist door goed vooronderzoek, weten we al veel beter of zwaardere apparatuur bij dit paard ook daadwerkelijk nog aanvullende waarde kan gaan ontwikkelen.

Alhoewel alles uiteraard eigen keuze van patienteigenaar is, weten wij goed welke uitvoerders, in de 3e lijn per specifiek gebied, echt serieus hoogwaardig werk leveren. Wij zijn (nog steeds!) volledig zelfstandig, dus geen last van dwang hier aanvullende sturing op te gaan geven.

 

BEHANDELINGEN TOPLIJNPROBLEMEN

We verrichten uiteraard alle medische mogelijke injectietherapieen onder echobegeleiding om beweging te kunnen stimuleren, alsmede mesotherapie. 

Met EDO osteopathie kunnen we aanvullend de ruimste vorm van manueel onderzoek naar blokkades in het totale lichaam toepassen en we kennen veel handgrepen voor manuele behandeling SI.

Bij rug en SI-klachten zijn paarden per definitie veel gevoeliger voor suboptimaal in werken van ruitergewicht. Helaas zit hier een duidelijke wisselwerking, een ruiter in de lepel of verkeerde inwerking van een zadel zet de structuren onder druk, die door een zwakkere structuur moeilijker verwerkt kan worden.

Daarom MOET ruitergewicht soms echt beter geplaatst gaan worden om te gaan voorkomen dat het paard te snel in zijn oude bewegingspatroon terug valt. Of ruitergewicht bij een gegeven combinatie door aanpassing zadel nog beter geplaatst kan worden, kan onze zadelpasser beoordelen.

Een paard met toplijnproblemen MOET de toplijn zo goed mogelijk kunnen gaan gebruiken. Voor het gros van de ruiters betekent dit echt dat het paard iets "langer uit elkaar moet lopen dan ruiters doorgaans willen en het paard veel meer via de laterolijnen gereden moet worden, veel sluitende bogen dus. 

Paarden willen over het algemeen graag werken, maar paarden met problemen zullen veel vaker kunnen gaan "wisselen" in hun werkbereidheid en het is voor het behouden van vertrouwen heel belangrijk dit niet op te gaan vatten als "bewust verkeerd gedrag" omdat er anders natuurlijk dubbele problemen kunnen gaan komen.

 

 

.